Wat is vitamine A?
Vitamine A, een in vet oplosbare vitamine die bestand is tegen hitte maar gevoelig is voor oxidatie door lucht en licht, speelt een cruciale rol bij het behouden van de gezondheid van de huid en de voorbereiding ervan op de zon. Het is in twee hoofdvormen in het menselijk lichaam aanwezig: retinol, de actieve vorm van de vitamine, en bètacaroteen, een voorloper die door het lichaam naar behoefte wordt omgezet in vitamine A.
Rol en voordelen van vitamine A
- Zicht en aanpassing aan het donker: Vitamine A is essentieel voor de goede werking van het netvlies, draagt bij aan de perceptie van vormen en kleuren, en speelt een essentiële rol bij de aanpassing van het oog aan het donker.
- Cellulaire regeneratie en huidbescherming: Het bevordert de celregeneratie en is betrokken bij de vorming en bescherming van huid- en slijmvliesweefsels, en speelt een cruciale rol in het genezingsproces.
- Hormonale en immuunfunctie: Vitamine A reguleert de functie van verschillende klieren, waaronder de endocriene klieren en talgklieren, en verbetert de immuunrespons.
- Groei en antioxidanten: Het is ook noodzakelijk voor de normale groei van botten en tanden. Bètacaroteen, een krachtige antioxidant, helpt vrije radicalen te neutraliseren, waardoor de celveroudering wordt vertraagd.
Voedingsbronnen van Vitamine A
- Dierlijke bronnen: Retinol wordt voornamelijk aangetroffen in boter, zuivelproducten, eigeel, orgaanvlees en visleverolie.
- Plantaardige bronnen: Bètacaroteen is overvloedig aanwezig in kleurrijke groenten en fruit, zoals wortels, abrikozen, zoete aardappelen en kruisbloemige groenten zoals bloemkool en broccoli. De assimilatie van bèta-caroteen wordt verbeterd door de aanwezigheid van vet tijdens de maaltijden.
Wat zijn de verschillen tussen vitamine A en bètacaroteen?
Vitamine A en bètacaroteen zijn nauw verwant, maar hebben verschillende kenmerken en functies in het lichaam:
Vitamine A
Vitamine A is een in vet oplosbare vitamine die een cruciale rol speelt in veel lichaamsfuncties, waaronder het gezichtsvermogen, het immuunsysteem, de voortplanting en het behoud van een gezonde huid en slijmvliezen. Het bestaat in twee hoofdvormen:
- Retinol: Dit is de actieve vorm van vitamine A, die voorkomt in dierlijk voedsel zoals lever, boter, zuivelproducten en visleverolie.
- Retinylesters: dit zijn opgeslagen vormen van vitamine A die ook voorkomen in dierlijk voedsel.
Bèta-caroteen
Bètacaroteen is een soort carotenoïde, een natuurlijk pigment dat in planten voorkomt. Het dient als een voorloper van vitamine A, wat betekent dat het lichaam het omzet in retinol. Bètacaroteen is een belangrijke bron van vitamine A voor mensen die een vegetarisch of veganistisch dieet volgen. Het is vooral overvloedig aanwezig in kleurrijke groenten en fruit zoals wortels, zoete aardappelen, spinazie en abrikozen.
Belangrijke verschillen
- Bron: Retinol komt uit dierlijk voedsel, terwijl bèta-caroteen voornamelijk uit plantaardige bronnen wordt verkregen.
- Functie: Retinol is direct bruikbaar door het lichaam, terwijl bèta-caroteen eerst moet worden omgezet in retinol voordat het kan worden gebruikt.
- Biologische activiteit: Retinol heeft een hogere biologische activiteit vergeleken met bètacaroteen. Dit betekent dat het lichaam retinol efficiënter gebruikt dan bèta-caroteen.
- Veiligheid: Bètacaroteen wordt over het algemeen als veiliger beschouwd in termen van suppletie, omdat het een lager risico op toxiciteit met zich meebrengt. Het lichaam zet alleen de noodzakelijke hoeveelheid bèta-caroteen om in vitamine A, waardoor het risico op een overdosis wordt verminderd, in tegenstelling tot retinol dat zich bij overmatig gebruik tot toxische niveaus kan opbouwen.
Specifieke waarschuwingen voor de consumptie van vitamine A
Het gebruik van voedingssupplementen op basis van retinol wordt niet aanbevolen voor zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger proberen te worden, vanwege het risico op aangeboren afwijkingen als gevolg van een teveel aan deze vitamine. Rokers moeten ook hoge doses vitamine A vermijden.
De vitamine A in de Geschiedenis
In 1913 werd vitamine A ontdekt door de Engelse onderzoeker Hopkins, wat de eerste ontdekking van een vitamine markeerde en daarmee de keuze van de letter "A" rechtvaardigde om het aan te duiden.